ANN O’ARO - LONGOZ

Ik herinner me als de dag van gisteren welke verpletterende indruk twee jaar geleden de debuutplaat van deze jonge vrouw uit Réunion op mij maakte. Ik maakte mij, echt waar, serieus zorgen over haar geestelijk welzijn, omvergeblazen als ik werd door de bittere woede waarmee ze zong over dingen die ik eigenlijk niet wilde horen: incest, verkrachting…de hele scala aan vernederingen die vrouwen overal ter wereld zich kennelijk nog altijd moeten laten welgevallen.

Nu, bij de opvolger, lees ik dat Ann anderhalf jaar in therapie is geweest en een aantal dingen een plaats heeft kunnen geven en dat is aan de plaat te horen. Waar bij het debuut de woede en de verbittering de kunst voor de voeten liepen, hoor je op dit nieuwe album een veel evenwichtiger en serener zangeres, die haar prachtige stem veel meer ten dienste weet te stellen van de song en die niet langer bang lijkt te zijn ware schoonheid uit te stralen.

Dat de plaat in trio-formatie gemaakt werd, speelt daar wellicht een rol in: omringd door percussionist Bino Waro en trombonist Teddy Doris, die overigens ook beiden heel fijne vocalen inbrengen, weet de zangeres de meer vreugdevolle kanten van het leven en de echte liefde toe te laten en laat ze horen dat ze niet alleen in duisternis en grijsheid kan gedijen, maar dat het niet langer kwaad kan een zonnestraaltje door het wolkendek te laten schijnen. Nochtans blijft ze heel militante teksten debiteren, alleen spuwt en schreeuwt ze die op deze plaat niet uit, maar laat ze haar bijzonder fraaie stem haar werk doen.

De incest en de moeder die de andere kant uitkijkt, al weet ze al te goed wat er gebeurt, opgroeien in een land, waar kinderen vanaf hun zevende in de rum-industrie gaan werken en hun werk voor een kwart in rum uitbetaald zien, met wijdverspreid alcoholisme tot gevolg, een gedeeltelijke onafhankelijkheid van Frankrijk, dat haar eiland Réunion eigenlijk aan zijn lot overliet en een half benevelde bevolking, die niet wist hoe ze zich daarbij moest gedragen…dat zijn zowat de thema’s die, meestal in het creools maar deels ook in het Frans, bezongen worden.

De titel van de plaat verwijst naar een voor het eiland uitheemse woekerplant, die de eeuwenoude vegetatie systematisch verstikt en die staat symbool voor het leven dat Ann O’Aro bezingt. Zowel het hare als dat van haar moederland: er is de verstikking, maar tegelijk -en daar zit het verschil met de debuutplaat- voelt ze ook de drang tot leven, zich bevrijden en eindelijk echt gaan leven.

Dat levert een naar mijn gevoel indrukwekkende plaat op, die nog altijd onder je vel kruipt, maar die niet dat gevoel van onbehagen achterlaat. Als je deze plaat beluistert, weet je dat het goed komt met Ann. Ze is een vechtertje -ook letterlijk, want ze doet al twintig jaar aan gevechtssport- en die blijven altijd terugkomen. Op dergelijke manier omgaan met verschrikkelijk pijnlijke dingen uit je verleden…daar neem ik graag min hoed voor af en buig ik diep het hoofd: we hebben er een heerlijke zangeres bij, die zelfs van haar eigen talent lijkt te kunnen genieten. Let wel, deze plaat is nog altijd geen wandeling in het park, maar deze keer wil je als luisteraar graag mee op pad, al ben je na de wandeling van net geen uur behoorlijk uitgeput….

(Dani Heyvaert)

 


Artiest info
Website  
 

Label: Buda Musique
distr.: Xango

video